Skip to content

Greet besteedt er niet veel woorden aan: “Ik had een langzaam groeiende tumor, door mijn strottenhoofd heen. De KNO-arts zag de tumor niet en dacht aan een chronische ontsteking van mijn slijmvliezen. Daardoor heb ik er veel te lang mee gelopen. Tot ik de arts belde en vertelde dat ik niet meer kon eten omdat alles brandde en nog maar 48 kilo woog. Hij verwees me naar Groningen en daar ging het heel snel, binnen een maand was alles duidelijk en werd ik geopereerd. Natuurlijk was ik boos op de KNO-arts, ik wilde hem voorlopig niet zien, maar later ben ik toch naar hem toegegaan. Hij zei ‘Wat ben ik blij u te zien’. We hebben een goed gesprek gehad en elkaar de hand gegeven. Daarna heeft hij nog vaak mijn stemprothese verwisseld.”

“Door onbegrip gaat het mis tussen mensen” 

Greet en Arnold doen samen voorlichting bij patiënten die een laryngectomie (verwijdering strottenhoofd) moeten ondergaan Greet: “Ad de Bruine kwam voor mijn operatie met ons praten. Hij zei dat het twee jaar zou duren voor ik hier mijn weg in zou hebben gevonden. Die wijsheid delen wij nu ook met de patiënten die wij bezoeken. In die begintijd hebben wij ook al aandacht gevraagd voor seksualiteit. Daar wordt veel te weinig over gepraat, dat is jammer, want door onbegrip gaat het mis tussen mensen. Het speelt bij alle kankersoorten. Bijvoorbeeld door chemo drogen al je slijmvliezen uit, niet alleen in het gebied waar kanker aangepakt moet worden, maar van boven tot onder. Verder is het belangrijk je te realiseren dat een vrouw dit soort onderwerpen niet zo snel bij een mannelijke voorlichter ter sprake brengt. Het is heel goed dat de vereniging nu aandacht aan dit onderwerp gaat besteden.”

Haagse humor

Na pensionering van Arnold zijn ze in Nijverdal gaan wonen. Arnold had er familie en was ook de omgeving gaan waarderen. Arnold: “Het is hier schitterend, we wandelen graag op de hei, fietsen ook veel en toch missen we de zee. Pas achteraf realiseerde ik me dat er waarheid schuilt in het gezegde dat je oude bomen niet moet verplanten. Wij zijn allebei stadsmensen, geboren en getogen in Den Haag. Na het werk gingen we vaak even naar het strand. Zodra we dit huis voor een normale prijs kunnen verkopen, denk ik dat wij teruggaan.” “Je komt er hier ook moeilijk tussen,” vult Greet hem aan, “onze Haagse humor wordt niet altijd goed begrepen en ook zijn wij meer recht voor zijn raap dan ze hier gewend zijn.”

Nachtwerk

Vier nachten per week werkt Arnold bij DHL. “Met 57 jaar ging ik met pensioen. Toen kwam de crisis, kreeg ik te maken met een pensioen dat niet meegroeide en werd Greet ziek en verloor haar baan. Ik besloot weer te gaan werken. Om half acht ’s avonds ga ik naar bed en om twee uur sta ik op. In Zwolle laad ik wagens voor de chauffeurs. Vooral grote pakketten, van grote bedrijven. Ik werk zo’n vijf, zes uur. Natuurlijk maak ik plezier met mijn collega’s, maar echt leuk is het natuurlijk niet dat ik nog moet werken. We hebben samen afgesproken dat ik er eind dit jaar mee stop.” Greet: “Hij is hartpatiënt hè, twee keer gedotterd.” Arnold wuift dat lachend weg: “Daar wil ik het niet over hebben.”

‘Stuutje, wat doe jij hier?’ 

Over Suriname, daar wil Arnold het wel over hebben. “Greet heeft hier vaak last van stijve spieren en gewrichten, maar daar, door de warmte, beweegt ze zich veel gemakkelijker. Zelf houd ik helemaal niet van de kou, de herfst en de winter. Ik zou die jaargetijden het liefst willen overslaan. We gaan allebei graag op vakantie, de laatste jaren vooral naar Suriname. Van 1969 tot 1970 heb ik daar mijn militaire dienstplicht doorgebracht. Ik had er goede herinneringen aan, dus toen we in 2004 werden uitgenodigd nog eens terug te gaan, zijn we met een gezelschap van zeven mannen en drie vrouwen gegaan.” “Grappig was dat we daar een ex-gedetineerde tegenkwamen,” vult Greet aan, “die riep ‘Stuutje wat doe jij hier?’ Deze man had in de Scheveningse gevangenis een opleiding gehad en was nu gipsmeester in een ziekenhuis.”

Greet en Arnold hebben het heerlijk samen. Greet heeft geaccepteerd wat haar is overkomen en Arnold steunt haar bij al haar activiteiten. Ze schildert sinds het jaar na haar operatie en maakt prachtige werken die ook bij hen in huis hangen. Het enige waar zij zelf niet aan kan wennen is haar stem, dat ze niet meer kan lachen en schreeuwen zoals vroeger. In een kamer vol mensen voelt ze zich eenzaam. Het liefst trekt ze zich dan terug in de keuken en maakt Surinaamse kip. “Er komt altijd wel iemand naar de keuken om te kletsen en dat is fijn want één op één gaat dat prima!”

Greet van der Zwan en Arnold Stuut

Back To Top