Skip to content

In 2004 werd bij mij kanker geconstateerd in mijn linkerwang. Het woekerde daar al een jaar, maar ik had er geen last of pijn van. Het werd bij toeval ontdekt en ik werd met spoed geopereerd. De bestraling tussen borst en hoofd zorgde ervoor dat mijn strottenhoofd werd verpulverd met als gevolg een tracheotomie en een PEG-sonde. Ik zou nooit meer kunnen eten, drinken en praten. Zo moest ik verder. Twee jaar daarna was ik in gesprek met mijn broer, hij vroeg mij wat en ik gaf hem antwoord. We keken elkaar aan. Ik kon ineens weer praten. Een wonder volgens de artsen.

Nu, 14 jaar later, is spreken nog steeds moeilijk. Ik heb inmiddels ook COPD (Chronische Obstructieve Long Ziekte) en daardoor last van slijmophopingen in mijn keel. Dat is niet erg bevorderlijk voor het spreken. Ook als ik moe ben, gaat het spreken moeilijker, heb ik ontdekt. Ik vind het oervervelend als mensen zeggen ‘wat zeg je’ of ‘ik kan je niet verstaan,’ soms zonder echt goed te hebben geluisterd. Ik houd mijn mond wel, denk ik dan, maar eigenlijk zit ik zo niet in elkaar.

Zit er niet te veel over in

Aangeven dat ik moeilijk kan praten helpt vaak wel, mensen doen dan meer moeite om me te verstaan. Langzaam praten en proberen goed te articuleren helpt ook. Als mijn mond droog wordt van het praten, spoel ik mijn mond met koud water, daarna ben ik weer beter te verstaan.

Mijn advies: leg je er niet zomaar bij neer, praat met je arts over mogelijke oplossingen voor je problemen. Maar ook: zit er niet te veel over in, leef je leven. Je kunt moeilijk spreken, dat is waar, maar voel je niet invalide.”

Leo Andeweg

Back To Top