Evert: “Daniëlle is onze oudste kleindochter en we zien haar vaak. Ze woont dichtbij en mijn vrouw en ik hebben vroeger veel op haar gepast. Soms ga ik bij haar volleybalwedstrijd kijken, of breng ik haar weg naar haar werk. Daniëlle en ik hebben een heel goede band samen.”
Blauwe plekken
“Daniëlle maakt zich niet gauw druk, en dat herken ik wel. Dat was ook mijn houding na mijn laryngectomie: ik moet me eroverheen zetten. De eerste vijf jaar vond ik het leren omgaan met de angst voor terugkeer van de ziekte wel moeilijk, en nog steeds vind ik dat je nooit helemaal aan je stembandloosheid went, maar je moet er toch mee leren leven. Dus ik heb geprobeerd om zo normaal mogelijk verder te gaan. Ik pakte direct de telefoon weer op en ging boodschappen doen. En als mensen me niet verstaan, moeten ze het maar even zeggen. Ik ben blijven werken en deed vrijwilligerswerk bij de brandweer. Ik ben ook al bijna 15 jaar penningmeester van de Kring Deventer. Ik ben wel een doorzetter, denk ik, en dat zie ik bij haar ook. Ze zit soms onder de blauwe plekken van het volleyballen, maar daar hoor je haar nooit over.”
‘Ze sleepte me mee als levende illustratie bij haar spreekbeurt’
“Daniëlle weet niet anders dan dat ik gelaryngectomeerd ben. Toen ze anderhalf was deed ze mijn manier van hoesten al na. Met een zakdoekje voor haar keel en een serieus gezichtje. Op de lagere school heeft ze me een keer meegesleept als levende illustratie bij haar spreekbeurt. Ze wilde eens wat anders dan een spreekbeurt over een hamster of konijn. Ze had zelf allerlei informatie opgezocht en een PowerPointpresentatie gemaakt. Na de eerste verlegenheid vroegen haar klasgenoten me het hemd van het lijf. Dus ja, ik ben trots op haar. Ze is altijd bezig met school, sport, haar zaterdagbaantje en vrijwilligerswerk. Ze is open. En slim; je kunt als een volwassene met haar praten. En als er wat is, kan ze altijd bij mij terecht.”
Daniëlle: “Opa is gewoon mijn opa. Ik zie geen verschil met mijn andere opa, die wel gewoon kan praten. Het is voor mij zo normaal, we hebben het er helemaal niet vaak over. Ik ken de verhalen van de tijd rondom zijn operatie ook eigenlijk niet, zo vanzelfsprekend is het. Ik versta hem ook altijd. Hoewel ik wel automatisch mijn gehoor op scherp zet als hij begint te praten en hem nooit iets vraag tijdens het eten. Dat gaat vanzelf. Pas nu ik ouder word realiseer ik me de impact van de laryngectomie op zijn leven een beetje. Nu pas snap ik iets van de angst die hij gehad moet hebben. En nu realiseer ik me ook hoe knap het is hoe hij verder gegaan is met zijn leven en dat hij zo goed heeft leren praten. Opa doet alles en is nooit ziek, dus je hoeft je over hem helemaal geen zorgen te maken. Toen hij twee jaar geleden ineens opgenomen moest worden in het ziekenhuis met erge benauwdheid, schrok ik ook heel erg. Hij klaagt niet gauw, en daarom was hij er te lang mee doorgelopen.”
‘Nu pas snap ik iets van de angst’
“Opa is een doorzetter, daarin lijk ik wel op hem. Als ik problemen zou hebben, weet ik dat ik altijd bij opa terecht kan, maar ik zit niet gauw ergens mee. Ik ben ook altijd bezig met van alles, dat is me met de paplepel ingegoten. Opa doet nog steeds veel vrijwilligerswerk, en dat doe ik ook. Ik doe de oppasdienst in de kerk en ik train de kleintjes bij de volleybalvereniging.
Opa is de enige gelaryngectomeerde in ons dorp, en mijn vriendinnen kennen hem allemaal. Niemand vindt het vreemd dat hij zo praat. In groep acht heb ik mijn spreekbeurt over een laryngectomie gehouden, dat vond iedereen heel interessant. En natuurlijk ging opa met me mee, want mijn opa is een lieve man, die altijd voor me klaar staat. En hij is dapper en stoer!”
Evert van den Hoorn