Skip to content

Protonentherapie is een vorm van radiotherapie. Bij de gebruikelijke radiotherapie word je bestraald met fotonen ofwel röntgenstralen. Een bundel met fotonen geeft zijn straling af voor, in en achter de tumor. Zo wordt de tumor beschadigd maar ook weefsel dat om de tumor heen zit.

Bij protonentherapie worden protonen gebruikt, kleine geladen deeltjes. Het belangrijkste voordeel van protonentherapie is dat de protonenbundel geen dosis afgeeft achter de tumor. Hierdoor is de dosis in het gezonde weefsel lager en de kans op bijwerkingen kleiner.

Bij tumoren in het hoofd-hals gebied is het mogelijk om bij een deel van de patiënten bijwerkingen op het gebied van slikklachten en droge mond te verminderen. De kans op genezing is met protonentherapie gelijk aan die van fotonen, alleen is de kans op bijwerkingen kleiner bij een deel van de patiënten.

Wat zijn de voordelen van protonentherapie bij hoofd-halstumoren

Met protonentherapie kunnen de bestralingsdoses in organen in de hoofd-hals regio bij een deel van de patiënten verlaagd worden. Het gaat dan specifiek om de stralingsdosis in de slikspieren en/of de speekselklieren. Als de bestralingsdosis hierin lager is kan de kans op slikklachten en droge mond op de lange termijn afnemen.

Wanneer kun je protonentherapie krijgen

De protonencentra in Nederland hebben met de Nederlandse vereniging voor radiotherapie en oncologie regels gemaakt welke tumorsoorten in aanmerking komen voor behandeling met protonen.

Voor tumoren in het hoofd-halsgebied wordt de behandeling met fotonen vergeleken met die met protonen. Dit heet een planvergelijking.

Als uit deze planvergelijking blijkt dat protonentherapie voordeel biedt, wordt deze vergoed. Hoofd-halstumoren waarbij de tumor dicht bij de slikspieren en de speekselklieren ligt komen hiervoor sneller in aanmerking.

De linker afbeelding toont een bestralingsplan in de hals met geavanceerde (fotonen) bestralingstechnieken. De tumor (het te bestralen gebied) wordt bestraald (rood) en er is stralenbelasting in het lichtblauw getinte weefsel, waarin zich ook de slikspieren bevinden.

Op basis van dit bestralingsplan zal deze patiënt een behoorlijke kans krijgen op slikklachten. De rechter afbeelding laat het bestralingsplan met protonen zien. De slikspieren worden beter gespaard en de voorspelde kans op ernstige slikproblemen is voor deze patiënt veel minder.

Planvergelijking

Maar niet iedereen heeft voordeel van protonentherapie. Patiënten die geen voordeel hebben, zullen bestraald worden met de huidige techniek, fotonen.

Om te weten wie er voordeel heeft van protonentherapie, wordt zo’n planvergelijking gedaan. Dit betekent dat er bij een patiënt met hoofd-halskanker een fotonenplan en een protonenplan gemaakt wordt.

Bij beide plannen wordt er dan beoordeeld hoeveel straling er komt op bijvoorbeeld de speekselklieren en de slikspieren. Door gebruik te maken van voorspellende modellen kan er bepaald worden of het verschil in bestralingsdosis ook echt een verschil in kans op bijwerkingen oplevert. Als dit verschil groot genoeg is, kunnen patiënten in aanmerking komen voor protonentherapie.

Bij sommige patiënten levert protonentherapie helemaal geen voordeel op ten opzichte van fotonentherapie. Als er bij het fotonenplan al heel weinig bestraling komt op bijvoorbeeld de speekselklieren, dan zal de kans op een droge mond ook heel klein zijn. In dit geval zal protonentherapie geen voordeel opleveren.

Bij andere patiënten is de kanker bijvoorbeeld ontstaan in of heel dicht naast een speekselklier. De hoeveelheid straling met protonen en fotonen zal hetzelfde zijn en omdat de kanker naast of in de speekselklier ligt, komt er heel veel bestraling in dit orgaan en zal de kans op een droge mond hetzelfde zijn met fotonen als met protonen.

Van diagnose tot behandeling met protonen

Jouw KNO-arts heeft je verteld welk type tumor je hebt en maakt samen met het behandelteam (o.a. kaakchirurg en radiotherapeut-oncoloog) een behandelplan voor je.

Als je bestraald moet worden, kom je bij de radiotherapeut-oncoloog. Deze arts maakt jouw bestralingsplan en bekijkt of je mogelijk in aanmerking komt voor protonentherapie. Als dit zo is, vraagt hij een planvergelijking aan bij een van de centra voor protonentherapie.

Wanneer je inderdaad voor protonentherapie in aanmerking komt, verwijst je radiotherapeut-oncoloog je. Je gaat dan voor de bestraling met protonen naar het protonencentrum. Verder blijf je onder behandeling in je eigen ziekenhuis.

Bekijk hier een filmpje van het UMCG over protonentherapie

Back To Top