Skip to content

Leo Eppink komt aanrijden in een busje van de vrijwillige brandweer en stapt uit in brandweeroutfit. ‘Een spoedklusje,’ verklaart hij, ‘er was een incident gisteravond en dan zorg ik ervoor dat het materiaal aangevuld wordt en weer op orde is.’

Vier jaar geleden onderging Leo een laryngectomie, een operatie waarbij het strottenhoofd met de stembanden wordt verwijderd. Hij spreekt met een stemprothese die op zijn halsstoma is geplaatst. ‘Ik liep graag hard, maar dat ging steeds moeizamer, ik had het benauwd. De oorzaak bleek een snelgroeiende tumor.’ Voor de operatie was Leo een druk bezet man. Hij werkte als veiligheidsman voor cao-partijen in de bouw, was dertig jaar veiligheidscoördinator bij CSI Twente, een klassiek concours voor de internationale paardenspringsport, en kwam via dat evenement ook bij Heracles Almelo terecht. ‘Daar heb ik maar drie maanden mogen werken, toen werd ik ziek.’

Na de operatie zat communiceren in een lawaaierige omgeving, zoals op de bouw of bij voetbalwedstrijden, er niet meer in. Ook zingen, een van de vele bezigheden waar Leo plezier in had, kon niet meer. ‘Dat mis ik nog het meest’, zegt hij als we doorpraten over de veranderingen in zijn leven sinds de laryngectomie, ik zong ook solopartijen en ken veel gezangen in het Latijn nog altijd uit mijn hoofd. We hebben zelfs eens een succesvolle carnavalskraker gemaakt! Nu luister ik graag naar de cd’s die toen opgenomen zijn.’

mijn omgeving staat er niet meer bij stil

Naast zijn werk was Leo al vijftien jaar bij de vrijwillige brandweer. Uitrukken als brandweerman kon niet meer, maar de commandant en de burgemeester gingen samen met Leo op zoek naar een geschikte taak. ‘Dat werd service, beheer en logistiek. Perfect, want alle eenendertig kazernes in Twente hebben een toiletruimte met spiegel, daar kan ik mijn stoma schoonmaken als dat moet. Op een bouwplaats heb je dat niet altijd,’ grinnikt Leo.

‘De eerste maanden na de operatie ging ik op de automatische piloot,’ vervolgt Leo, ‘pas daarna kwam het besef. Omdat ik niet in een gat wilde vallen, besloot ik te starten met herstel & balans, een revalidatieprogramma van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Daar kwam ik in een praatgroep terecht met mensen die met verschillende soorten kanker te maken hadden. De groep is ook na het programma bijeen gebleven, nog altijd gaan we een keer per vier maanden met elkaar uit eten.’

Leo heeft geleerd rekening te houden met zijn beperkingen, ‘fulltime werken lukt me niet meer, want er gaat veel energie zitten in het hebben van een halsstoma. Ik moet op tijd rusten, anders houd ik het niet vol. Beter worden doet het niet, het blijft een handicap, maar omdat ik weer veel dingen doe, staat mijn omgeving er niet meer zo bij stil. Je leven wordt daardoor weer zo normaal mogelijk en dat is fijn.’

Mensen beginnen Leo ook weer te vragen voor van alles, maar hij zegt niet meer overal ja op. ‘Op de Landelijke Ontmoetingsdag van de vereniging vroeg een spreker aan de zaal wie er jonger dan vijftig jaar was. Samen met maar twee anderen stond ik op. Vervolgens hoorden we dat er veel meer veertigers en vijftigers zijn dit overkomt, maar dat die groep nu nog niet bij de vereniging kan vinden wat ze zoeken. Net als ik hebben ze een gezin, werk en een sociaal leven dat andere vragen oproept en om een ander soort steun vraagt. Toen dacht ik, daar wil ik voor gaan, voor die groep en ik heb contact gezocht met het Bestuur van de vereniging. Ik heb voorgesteld gespreksgroepen te organiseren om uit te zoeken waar deze groep behoefte aan heeft.’

Met een twinkeling in zijn ogen zegt Leo: ‘waar ik ook ja op heb gezegd, is Jumping Schröder. Gerco Schröder, olympische ruiter van Nederland en Jeroen Dubbeldam zitten in de organisatie. Het is een nieuw nationaal concours, dat dit jaar voor de tweede keer zal worden gehouden en ze hebben mij gevraagd voor het maken van het veiligheidsplan.’ Leo werkt nu aan het draaiboek. Pas als ik vraag of hij zelf ook paard rijdt, vertelt Leo dat hij een keer Nederlands kampioen springen is geweest. ‘Misschien ga ik wel weer eens een paardje te kopen, om mooie buitenritjes te maken, maar nu heb ik eerlijk gezegd werk zat.’

Leo Eppink

Back To Top