Een tracheotomie is een operatie om benauwdheid tegen te gaan. Een grote tumor of zwelling in de keel kan een deel van de luchtpijp afsluiten. Hierdoor kunt u minder goed gaan ademhalen en een benauwd gevoel krijgen.
Hoe gaat een tracheotomie?
De arts maakt een snee van een paar centimeter in het midden van de huid van de hals, net boven het borstbeen. Hij snijdt door tot in de luchtpijp.
Zo kan de lucht uit de luchtpijp naar buiten. De lucht hoeft dan niet meer door de vernauwing in uw keelholte of strottenhoofd.
De arts plaatst een buisje om de snee open te houden. Dit heet een canule. Als de canule net is geplaatst, kunt u een paar dagen niet praten. Eerst krijgt u namelijk een canule met ballon (cuff) die de longen tegen wondvocht beschermt. Meestal vervangt de arts na een paar dagen de canule voor eentje zonder cuff. Dan kunt u weer praten.
Als u weer goed kunt ademen, kan de arts de canule verwijderen en de opening afplakken. Vaak groeit de opening vanzelf dicht, anders kan er gehecht worden. U heeft de canule meestal tot het einde van de behandeling.
Verschil tracheotomie en tracheostoma na operatie
Na een tracheotomie is het strottenhoofd nog aanwezig. Nadat de canule is verwijderd groeit de snee weer dicht. U kunt dan weer ademen door de mond en neus.
Bij een laryngectomie verwijdert de arts het strottenhoofd. Dan is de opening aan de hals (de tracheostoma) de enige luchtweg. De opening in de hals voor altijd aanwezig en is meestal open zonder canule. Soms wil de opening krimpen na laryngectomie, dan kan een canule of larytube nodig zijn. Wanneer er ernstige slikklachten zijn en een stenose is vastgesteld, kan besloten worden tot het oprekken van deze vernauwing (dilatatie).
