Skip to content

Bij PET (Positron Emissie Tomografie) wordt een radioactieve stof toegediend. De meest gebruikte is FDG, een stof die sterk lijkt op suiker, en na toediening vooral wordt opgenomen op plaatsen met een verhoogd suikerverbruik, zoals op tumorlocaties. Om te zorgen dat tumorcellen dit FDG opnemen, mogen deze tumorcellen niet verzadigd zijn met suiker. Deze cellen moeten als het ware vragen om suiker. Daarom moet de patiënt voor een dergelijke scan nuchter zijn. Dit kan lastig zijn voor mensen met suikerziekte, maar met bepaalde aanpassingen is dit meestal wel mogelijk. Voor de scan wordt bloedsuiker bepaald. Tegelijk met een PET-scan wordt vaak een CT-scan gemaakt om te zien op welke plekken in het lichaam de radioactieve stof zich ophoopt.

Back To Top