Skip to content

Uit: LINDA

Tom (39) is glazenwasser, woont samen en is vader van een zoon. Hij heeft een tumor in zijn amandel en een uitzaaiing in de speekselklier. Afgelopen januari begon hij met chemo en bestralingen.

“Met mijn infuuspaal op wieltjes liep ik naar de afdeling waar mijn vriendin met onze pasgeboren zoon lag. Ik mocht haar een kus geven, maar Levi niet aanraken. Ze weten niet of huid-op- huidcontact tijdens de chemo gevaarlijk is voor een baby. Ik kon alleen maar kijken. Dat hij er is geeft me kracht, maar het maakt deze periode ook extra zwaar. Ik wil zijn luier verschonen, mijn meisje ontzien, maar ik kan niets doen.

Serena en ik ontmoetten elkaar anderhalf jaar geleden tijdens corona via een datingapp. We spraken af in een park en dronken warme chocolademelk. Alles viel op z’n plek. Ik verliet Den Haag om bij haar in Oudorp te komen wonen. Rond de verhuizing ontdekte ik de knobbel in mijn hals. Een opgezette klier die maar niet weg- ging.

Een bezoek aan de huisarts stelde ik uit, tot ik de bobbel continu zag. In de spiegel. Zelfs in winkelruiten. Na een maand onderzoeken in het ziekenhuis zeiden ze: ‘Vijfennegentig procent zeker dat u schoon bent.’ Alleen de weggehaalde amandelen moesten nog even naar het lab. Vier weken later kwam de uitslag. Tóch kanker. Mijn wereld stortte in, terwijl Serena ondertussen op springen stond. Het was niet te bevatten, nog steeds niet eigenlijk. Ik had me deze periode zo anders voorgesteld. Ik wilde niets liever dan vader worden voor mijn veertigste. Nu moet ik me overgeven aan chemo en bestralingen. Op stel en sprong moesten we beslissen of ik zaadcellen in zou laten vriezen. De chemo kan onvruchtbaarheid veroorzaken, en misschien willen we meer kinderen. Op de dag van de bevalling deed ik nog een zaadafgifte in het ziekenhuis.

HPV is een sluipmoordenaar. Ik moet het jaren geleden opgelopen hebben. Natuurlijk vraag ik me af waar dat was. Ik ging vaak naar Thailand en was ook in Pattaya, de plek die bekendstaat als dé sekshoofdstad van de wereld. Uit ervaring weet ik dat daar niets van gelogen is. Maar toen ik dat ter sprake bracht bij de artsen, zeiden ze: ‘Het enige dat we willen is jou er zo snel mogelijk vanaf helpen.’

Aan de bestralingen kan ik een blijvende gehoorbeschadiging en gebitsklachten overhouden. Vooral dat laatste baart me zorgen. Ik heb nog nooit een gaatje gehad, mijn tanden zijn mijn visitekaartje. Na de eerste behandelingen merkte ik al dat mijn tandvlees verandert. Preventief doe ik iedere avond een fluorbitje in. Na het plaatsen van de voedingssonde, dwars door mijn buikspieren heen, voelde het alsof ik honderdveertig- duizend sit-ups had gedaan. Zo confronterend. Ik moest uit bed geholpen worden. En vanaf nu wordt het alleen maar zwaarder. Straks kan ik niet meer eten, drinken en slikken.

Als ik kijk naar Serena met Levi aan de borst, krijg ik tranen in mijn ogen. We zijn nog maar zo kort bij elkaar, ze had ook kunnen zeggen: ‘Tom, hier zit ik niet op te wachten.’ In plaats daarvan steunt ze me. Zij en Levi zijn mijn houvast. Ik hoop dat ik komende zomer schoon ben en alles wat ik nu mis, kan inhalen.”

Back To Top