Skip to content

Al op jonge leeftijd werd Wicher Mars (53 jaar) geconfronteerd met kanker. Zijn beide ouders overleden aan deze ziekte. In maart 2021 moest hij zelf de strijd aangaan met de vreselijke ziekte. Hij kreeg namelijk de diagnose hoofd-halskanker. Positiviteit en nuchterheid hielpen hem enorm in het gevecht tegen kanker. “De chemo kreeg mij klein, maar veranderde mijn instelling niet.”

Wicher had al een tijdje last van aanhoudende heesheid. Via de huisarts belandde hij uiteindelijk bij de KNO-arts in het ETZ. Het bleek helemaal mis te zijn. In het ziekenhuis zagen ze namelijk een kwaadaardige tumor op zijn strottenhoofd. Ook waren er inmiddels uitzaaiingen naar de klieren. Wicher had dus alleen last van heesheid en verder niks. Dat toont hoe gevaarlijk hoofd-halskanker kan zijn.

Even leek het erop dat Wicher geen zware operatie hoefde te krijgen. Na het slechte nieuws kon hij kiezen tussen bestraling of een operatie. Voor hem was dat geen keuze. “Ik ging natuurlijk voor bestraling om zoveel mogelijk intact te laten”, vertelt Wicher. Maar: radiologen moesten nog wel kijken of de tumor met bestraling goed behandeld kon worden. Dat bleek niet zo te zijn. Daarom was een operatie tóch noodzakelijk.

Wicher Mars blijft optimistisch in zijn strijd tegen hoofd-halskanker.Dat was een zware ingreep. Zijn strottenhoofd, schildklier, stembanden en andere lymfeklieren zijn toen verwijderd. Hierdoor kan Wicher niet op eigen kracht praten. Door een stemknopje kan hij dat inmiddels weer wel. “Als ik dat dichtdruk, gaat de lucht van mijn luchtpijp naar mijn slokdarm. Mijn slijmvliezen werken daardoor als stembanden.”

Na de operatie was Wicher nog niet klaar met zijn behandeling. De snijranden bleken niet goed te zijn. Daardoor moest hij alsnog chemoradiatie krijgen. Dat is een combinatie van bestraling en chemotherapie. “Dat was heftig”, voegt hij er meteen aan toe. Meteen daarna wordt duidelijk wat er zo heftig aan was. “Ik heb alleen maar in het ziekenhuis gelegen. Als ik dan mijn ontslag kreeg, lag ik twee à drie dagen later weer in het ziekenhuis”, herinnert Wicher zich. “De eerste chemokuur ging nog wel, maar bij de tweede was het klaar.” Hij doelt hiermee op het feit dat hij er ontzettend ziek van werd. “Zoals mijn casemanager zei: ‘De reus was geveld.'”

Dat is ook niet zo gek, want chemoradiatie is een heftige behandeling. Je conditie moet daar ook goed voor zijn. Voor Wicher was het een kwestie van ondergaan en accepteren dat de situatie zo is. Zelf hield hij vertrouwen en dat is kenmerkend voor zijn karakter. “Ik sta positief in het leven, we moeten vooruit.”

Tóch kwam, hoe positief hij ook is, de boodschap bij Wicher hard aan. “Ik ben in mijn jeugd geconfronteerd met mijn vader die kanker kreeg. Hij was veertig en ik zeven toen hij overleed. Een groot deel van mijn leven dacht ik: als ik de 41 maar haal.” Later overleed ook zijn moeder aan de vreselijke ziekte. “Natuurlijk ben ik op momenten ook emotioneel. Daarnaast ben ik ook redelijk nuchter en als het mijn tijd is, is het mijn tijd.”

Ook zijn gezin schrok van het nieuws. “Mijn vrouw was er wisselend onder. Het ene moment hadden we de grootste lol en het andere moment kon ze alleen maar huilen”, aldus Wicher. “Mijn kinderen lieten het niet echt merken. Soms stelde ik wel de vraag of het allemaal lukte en of ze er goed mee omgingen. Dan moesten ze huilen en waren ze even de weg kwijt.”

Naast zijn familie heeft Wicher ook veel vrienden. Samen met zijn vrouw sprak hij veel met ze af. “Er was altijd wel ergens wat te doen”, vertelt hij. Toen hij ziek werd had hij de invloed daarvan op hun vrienden wat onderschat. “Eigenlijk ben je daar niet mee bezig. Iedereen waar we contact mee hadden, was erg geschrokken. Daar stonden wij niet helemaal bij stil.” Het was zelfs zo dat Wicher zijn vrienden en kennissen vaak moest troosten. Hij kan zich één moment nog goed herinneren: “Er kwamen vrienden bij ons eten en naderhand deden we nog een borrel. Toen voelde ik dat ik even moest gaan liggen. Een van die jongens kwam toen op mij af en begint ineens te huilen. Hij was zó onder de indruk.”

Wicher merkte ook dat mensen het spannend vonden om hem te zien. “Die denken dan dat ze zo’n kale, magere man te zien krijgen”, vertelt hij. Juist daarom vindt hij het ontzettend belangrijk om mensen te blijven ontmoeten. “Ze zijn dan opgelucht als ze mij zien. Dat is ook de bedoeling. Dan weten ze dat het goed met mij gaat.” Hij gelooft in dat soort situaties niet in mailtjes of appjes. Het hoeven voor hem ook niet per se lange sessies te worden. “Soms is het genoeg om gewoon even aan de deur te komen en te zeggen: ‘Het gaat goed, houdoe!’”

Inmiddels heeft de 53-jarige Tilburger het moeilijkste gedeelte gehad. Nu is hij vooral dankbaar. Zo bedankte hij het ETZ via Facebook met een uitgebreid bericht. “Er wordt goed voor je gezorgd. Dat is hartverwarmend.” Hij wil graag nog iets zeggen tegen mensen die hetzelfde meemaken: “Maak je niet al te druk, want je bent in goede handen. Hoe meer weerstand je biedt, hoe lastiger het wordt.”

Back To Top